Het nabestaandenpensioen is er om bij overlijden de achterblijvende partner en/of kind(eren) financieel te helpen.
Het nabestaandenpensioen bestaat uit:
- partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum
- partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum
- wezenpensioen
Partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum
In de toekomst komt er maar 1 type partnerpensioen. Het nieuwe partnerpensioen wordt verzekerd met een risicoverzekering. Dat betekent dat jouw partner een uitkering krijgt bij overlijden als je deelneemt aan een pensioenregeling. Dat mag je zien als een auto verzekering. Heb je schade volgt een uitkering. Heb je geen schade is de premie betaald, zonder 'tegenprestatie'.
Er mag maximaal een bedrag van 50% van het jaarsalaris worden verzekerd voor partnerpensioen. Hierdoor is duidelijk welk bedrag jouw partner ontvangt bij overlijden. Deze uitkering is levenslang.
Het partnerpensioen is straks niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren in een dienstverband. Dat betekent dat het niet uit maakt hoe lang je al deelneemt (of kan deelnemen) in de pensioenregeling.
Partnerpensioen bij overlijden na pensioendatum
Als je komt te overlijden na de pensioendatum, stopt jouw pensioenuitkering. Vaak gaat dan het nabestaandenpensioen in voor de achterblijvende partner (bijvoorbeeld op basis van 70% van de pensioenuitkering). Hierin verandert met de invoering van het Pensioenakkoord niets.
Wezenpensioen
In het akkoord staan ook maatregelen om de positie van de achterblijvende kinderen te verbeteren.
- Er komt een vaste eindleeftijd van 25 jaar voor het wezenpensioen in de wet. Alle pensioenregelingen moeten deze eindleeftijd aanhouden. Nu hebben pensioenregelingen verschillende leeftijdsgrenzen, van 21 tot 30 jaar. Dit is verwarrend voor de nabestaanden.
- Het maximumbedrag voor het wezenpensioen gaat naar 20% van het salaris van de deelnemer, ongeacht het aantal dienstjaren.
Gehuwden of geregistreerde partners gelden in een pensioenregelingen altijd als partner voor het partnerpensioen. Voor ongehuwd samenwonenden geldt dit niet automatisch.
Voor ongehuwd samenwonenden gelden vaak aanvullende voorwaarden om in aanmerking te komen voor het partnerpensioen, bijvoorbeeld een notariële akte of een bepaald aantal maanden samenwonen op hetzelfde adres. Deze voorwaarden kunnen anders zijn per pensioenregeling.
In de nieuwe Pensioenwet komen de volgende partnerrelaties:
- gehuwd of geregistreerd
- ongehuwd samenwonen op hetzelfde adres met een notariële akte
- ongehuwd samenwonen op hetzelfde adres zonder een notariële akte gedurende minimaal zes maanden
- partner is geen bloedverwant in de 1e of 2e graad
Het nabestaandenpensioen is een belangrijk onderdeel van jouw pensioenregeling. Omdat de hoogte van het partnerpensioen op dit moment afhankelijk is van inkomen, dienstjaren, salarissysteem (middelloon of eindloon) en percentages, is er zeker behoefte aan duidelijkheid. De arbeidsmarkt is veranderd en korte(re) dienstverbanden bij meerdere werkgevers zorgt er in veel gevallen voor dat het nabestaandenpensioen niet voldoende is.
Voor de meeste werknemers met een pensioenregeling zal deze aanpassing van het nabestaandenpensioen een verbetering zijn. Duidelijker dan voorheen en in de meeste gevallen een hogere uitkering voor de partner en kinderen bij overlijden.
Wat vinden wij hiervan?
De wijziging is wat ons betreft een verbetering qua duidelijkheid en in de meeste gevallen ook qua hoogte van de uitkering. Maar ook hierbij geldt dat je bij een wijziging van het nabestaandenpensioen je moet controleren of het ook echt een verbetering is of op zijn minst gelijk blijft. Het nieuwe partnerpensioen kent uitkeringen op basis van een maximaal percentage van het salaris, het kan dus ook een lager percentage zijn! Daarnaast moet je ook voor jezelf en jouw partner bepalen of aanvullende maatregelen nodig zijn.