ZZP’ers en het pensioenakkoord!
In het pensioenakkoord zijn ook afspraken gemaakt over het pensioen van zelfstandig ondernemers (ZZP’ers):
1) Er komt een wettelijke verplichting voor zelfstandigen om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten.
2) Er wordt onderzocht hoe zelfstandigen makkelijker voor hun pensioen kunnen sparen. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid vrijwillig aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds. Dit onderwerp wordt de komende jaren opgepakt en uitgewerkt.
In deze nieuwsbrief gaan we verder in op het eerste onderwerp: een adequate arbeidsongeschiktheidsverzekering van zelfstandigen.
Waarom een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen?
De arbeidsmarkt is veranderd. Steeds meer mensen werken gedurende een langere periode als zelfstandige. In Nederland zijn er ruim 1 miljoen ZZP’ers voor wie de inkomsten als zelfstandige de hoofdinkomstenbron is.
Uit onderzoek is gebleken dat het aantal zelfstandigen dat een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft afgesloten laag is. De reden hiervoor is dat zij een particuliere verzekering vaak te duur vinden n zij de kans op langdurige arbeidsongeschiktheid misschien niet heel hoog vinden.
Door een verplichte verzekering voor arbeidsongeschiktheid zullen ZZP’ers in geval van arbeidsongeschiktheid minder vaak een beroep doen op overheidsgelden. Ook worden de kostenverschillen tussen werknemers en zelfstandigen verkleind, waardoor er een gelijker speelveld op de arbeidsmarkt komt.
Door het groeiend aantal zelfstandigen en het gegeven dat steeds minder zelfstandigen zich verzekeren tegen het risico van arbeidsongeschiktheid is de roep op een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen weer toegenomen. Daarom is dit als onderdeel van het pensioenakkoord meegenomen.
Wat is het voorstel?
De verplichte regeling wordt uitgevoerd door het UWV.
Voor de vraag of en wanneer iemand arbeidsongeschikt is en in welke mate, wordt aangesloten bij de huidige systematiek van de WIA.
De verzekering dekt alleen langdurige arbeidsongeschiktheid. De wachttijd is minimaal 52 weken. Deze kan naar keuze worden verlaagd tot 26 weken of verhoogd tot een wachttijd van 104 weken.
De verzekering is inkomensgerelateerd en is maximaal 70% van het laatstverdiende inkomen. Het maximum inkomen is circa € 30.000 per jaar (142,9% WML). Hierdoor is de maximale uitkering ca. € 1.650 bruto per maand (100% WML). Hier bovenop kan, indien gewenst, een excedent-verzekeringen worden afgesloten.
De premie wordt geheven door de Belastingdienst. Bij een standaardverzekering, met een wachttijd van 52 weken, is de premie ongeveer 8,0% van het inkomen. Voor een zelfstandige met een inkomen rond het minimumloon (€ 1.650) is dit ongeveer € 140 (bruto) voor zelfstandigen die € 2.360 per maand of meer verdienen is de premie ongeveer die € 205 (bruto) per maand.
De eindleeftijd van de verzekering is gekoppeld aan de AOW-leeftijd.
Er kan ook worden gekozen voor een private verzekering in plaats van de verplichte publieke verzekering. Deze private verzekering moet wel gelijk zijn aan de ‘verplichte’ publieke verzekering.
Re-integratie door het UWV begint zodra de wachttijd voor de verzekering ingaat (1e ziektedag).
Wat betekent dat voor mij?
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering moet nog worden uitgewerkt in regelgeving en precies worden ingevuld. De minister werkt daarnaast aan een nieuwe zzp-wet. Waarin hij ook aandacht heeft voor minimumtarieven die rekening houden met zo'n verzekering.
Wat vinden wij hiervan?
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen heeft niet direct te maken met pensioen, maar is wel opgenomen in het pensioenakkoord. Beetje aparte keuze en vreemde eend in de bijt. Het is niet onze specialiteit om hierover te adviseren. Omdat de zelfstandige er ook voor kan kiezen om zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, verwijzen wij je graag door naar een van onze gewaardeerde partners.